De taxirit naar Tả Van
Vandaag verlaten we Hanoi. Sa Pa is de volgende stap op onze route, een rit van zes uur. We hebben iets meer betaald voor een luxe bus, dus dat wordt geen probleem.
Het is vroeg. Gelukkig is het ontbijt speciaal voor ons eerder geopend. We haasten en precies op tijd zitten we klaar voor de bus. En dan is het wachten, wachten en nog meer wachten. Na anderhalf uur klinkt een toeter. We worden naar de achterkant van de bus geleid. ‘Both bags, please. No leg room.’ Enigszins verbaasd leveren we alle tassen in. De chauffeur loopt naar voren. Niet de schuifdeur, maar de voordeur wordt geopend: ‘Take seat, please.’ We wurmen ons op de krappe voorbank, direct naast de bestuurder. No leg room, indeed. Ik kijk over mijn schouder. De gezichten van een busjevol ontspannen medereizigers lachen ons toe vanuit hun ruime, luxueuze zetels.
Na zes lange uren en een aanvullende taxirit wrijven we onze verkrampte spieren los op onze hotelkamer. We zitten in Tả Van, een klein dorpje ten zuiden van Sa Pa. Uiteindelijk schuiven we onze gordijnen open, en het uitzicht maakt direct alles goed. We kijken uit over diverse bergen die zijn getekend door vele rijstterrassen. We zijn de krappe busrit onmiddellijk vergeten.