Bij elke scherpe bocht rol ik van mijn linker naar mijn rechterzij, en weer terug, maar het heen en weer geschommel in de sleeping bus werkt verbazingwekkend fijn. Ik voel me weer even kind. Alsof er weer een rondje in de auto wordt gereden om mij in slaap te wiegen.

De bus stopt. Ik kijk op mijn horloge. Half drie. Iris en ik kijken elkaar aan: ‘Moet jij ook naar de wc?’ Iris moet ook. Vanuit achterin de bus lopen we door het gangpad. Verdufte hoofden gluren langs gordijntjes. We glijden in onze schoenen en stappen vervolgens de bus uit. We staan aan de kant van de weg. Verder is er niets, helemaal niets. De buschauffeur trekt het bagageruim open en neemt stilzwijgend plaats op een nabijgelegen muurtje. Na verloop van tijd volgen meer verbaasde toeristen. Ik probeer met Google Maps wijs te worden van onze locatie, maar mijn gps werkt niet. Waar zijn we in hemelsnaam?

Na rondvraag bij onze medepassagiers komen we erachter dat we in Tam Côc zijn. Eerder heb ik gelezen dat dit een wijk van Ninh Binh is, maar aan de weg te beoordelen staan we ergens aan de uiterste rand. Hoe is dit mogelijk? We zouden er pas om zes uur zijn. Gelukkig schiet een taxichauffeur ons te hulp. Ik heb het adres van het hotel bij de hand. Hij schrikt en gebaart met zijn hand de verre verte in. Met zijn vinger swipet hij door Google Maps en het lijkt alsof we ons daadwerkelijk aan de andere kant van Vietnam bevinden, maar zo gul als hij is, biedt hij ons aan om ons te brengen. We moeten wel extra betalen, want hij is ‘tired, very tired’. Misschien had hij dan niet als taxichauffeur bij een nachtelijke busstop moeten wachten, maar de meeste Vietnamese mannen lijken ‘tired, very tired‘, want we zien vooral de vrouwen de handen uit de mouwen steken en het zware werk verrichten op het land, maar dat terzijde. Bij het bespreken van de prijs weten we al dat we afgezet worden, maar welke andere keus hebben we? We laden onze tassen in, springen achterin en meneer de vermoeide taxichauffeur stelt zijn navigatie in. We kijken naar de tijd: het is vijftien hele minuten rijden. We zijn écht afgezet. Gelukkig beseft de man, die plots behoorlijk fit lijkt, dat ook. Als we uiteindelijk midden in de nacht bij onze Homestay aankomen en er enige twijfel is of ze ons er überhaupt in laten, doet hij zijn uiterste best om de eigenaren te overtuigen. Voor dat geld zat dat waarschijnlijk bij de prijs inbegrepen. De familie van de Homestay is gelukkig zo vriendelijk om ons alvast een kamer toe te bedelen.

Na een schoonheidsslaapje gaan we in de middag naar Hoa Lư. Daar laten we ons met een klein gondeltje door een prachtig landschap roeien. Onderweg moeten we bukken in diverse grotten vanwege laaghangende rotsen. Als we zijn uitgedobberd, pakken we de taxi naar Ninh Binh en ontdekken het centrumpje op laag tempo door telkens van terras te verhuizen.