Wind ritselt door palmbladeren, zinderende zonnestralen zoeken hun weg door de zachte strodaken, kleine vogels vertellen verhalen met hun zoetgevooisde stemmen. Boven ons zweven condors fluisterend met gespreide vleugels, een meeuw schatert in de verte terwijl grutto’s flaneren aan de waterrand. Krabben klepperen met hun scharen als castagnetten, straathonden dollen in het donkere zand, golven rollen over elkaar om als eerste bij de kust te zijn. Pelikanen scheren in groepjes gracieus over – bijna net zo gracieus als Irene.

De wereld lacht. Ik lach. Ik leef weer!

Laat mij maar drie keer de Acatenango beklimmen. Dat is een peulenschilletje in vergelijking met de afgelopen dag.

Alhoewel de wereld weer lacht, doen we het toch nog maar even rustig aan. Niet dat we in surfersdorp El Paredón een andere keus hebben. Alles draait hier om rust. Ik duik in ons privébad, ik duik in de oceaan en ik duik in bed voor een siësta. Suiker en zouten, in de vorm van cola en Hidravide, wijken nimmer van mijn zijde. In de avond eten we een Pulled Pork Burger bij Cocori. Daarna vroeg naar bed. Niet alleen om wat energie bij te tanken, maar ook omdat de wekker morgenvroeg al om vijf uur gaat.