Tegen alle verwachtingen in bestond de nacht alsnog meer uit rennen dan uit slapen, maar ik sta gelukkig redelijk fris om vijf uur naast mijn bed want we gaan schildpadjes uitzetten.

Sinds vier jaren heeft El Paredón een Tortugario. De zeeschildpadbroederij koopt door heel het land eieren op die worden gebruikt als Guatemalaanse delicatessen, want dat is het hier. Zoals de Amerikanen genieten van een gebraden kalkoen tijdens kerst, zo kwijlen de Guatemalanen van een broodje schildpad bij de kerstboom. Ieder zijn ding. Wij houden het voorlopig bij oma’s dessert met geheim recept.

We hebben geluk. Het blijkt hoogseizoen. Maar liefst 386 schildpadjes hebben recent het levenslicht gezien en worden deze ochtend uitgezet. Met een stok tekent onze gids een groot, duidelijk vlak op het zand – binnen het vierkant is ruimte voor de kruipende schildpadjes, buiten de lijnen bevindt zich het territorium van de toerist – maar nog voordat het vierkant voltooid is, ligt er een Australische toerist, duidelijk te herkennen aan het smalle oranje snorretje en zijn vlassige surfershaar, met zijn camera positie te kiezen in het midden van het vlak. Ongelofelijk! Nadat deze Turtle Dundee is weggejaagd door de gids, is het tijd voor het echte werk.

Bijna vierhonderd schildpadjes, kleiner dan een handpalm, proberen hun weg te vinden richting de oceaan. Niet allemaal succesvol tot mijn geluk. Drie slome duikelaars flapperen niet richting het veilige water, maar komen mijn kant op. Dank jullie wel, fotomodellen, jullie staan er mooi op! Als de shoot voorbij is, graaf ik met mijn voeten enkele kleine dijken van zand – dat kunnen wij Nederlanders natuurlijk als geen ander – waardoor ze besluiten rechtsomkeert te maken. Over ongeveer acht jaar zijn de schildpadden volgroeid en klaar om te reproduceren. De vrouwtjes zullen dan naar exact dit stukje strand terugkeren om hun eieren te leggen.

Na dit magische spektakel duiken we nog even terug in bed. We willen namelijk fris en fruitig ons ritueel van gisteren herhalen, voordat we om drie uur – nou ja, maak er achteraf gezien maar half vier van – worden opgepikt door de bus. Na een dikke file openen we uiteindelijk om half acht de deur van ons nieuwe, maar welbekende, hostel. Morgen weer vroeg op om het vliegtuig naar het noorden te pakken.