Ik schreef het al eerder. De geschiedenis herhaalt zichzelf. Houston, we have a problem. Alweer! Schei uit, hoor!

Ikzelf en mijn tassen gaan in Guatemala zonder extra check door de detector, dus ik weet eigenlijk meteen dat het wederom niet in de haak is. Mijn vlucht heeft drie uur vertraging. Precies lang genoeg om mijn aansluitende vlucht in Houston te moeten missen. Ik voeg me bij een groepje Europeanen bij de balie en boek mijn vlucht om. Een directe vlucht naar Amsterdam, echter vertrekt deze pas morgen om 16:20u.

Bewapend met maaltijdvouchers en een hotelreservering stap ik samen met drie Duitsers en één Belg naar de shuttle terminal. Het klinkt als een grap, en dat is het ook, want de 24 uurs-shuttle naar ons hotel rijdt niet meer. Gelukkig biedt een reddende engel in de gedaante van een langwimperige chauffeuse ons aan om door te rijden en ons af te zetten bij ons hotel; een stukje Amerikaanse liefdadigheid waar uiteraard een kleine vergoeding tegenover dient te staan.

We laten ons echter niet uit het veld slaan en maken er het beste van. Het wordt warempel nog erg gezellig ook. Met zijn vijven eten we bij Whataburger – waarbij de bestelling zo vaak fout is opgenomen dat het lijkt alsof we met de groep een refill van friet, hamburgers en drinken krijgen – en daarna drinken we gezamenlijk nog wat biertjes op onze hotelkamer. Rond half drie is het mooi geweest en laat ik mij rollen op het zachtste bed wat ik in tweeënhalve week heb aangeraakt. Ik sta te popelen om morgenvroeg onder een warme douche te mogen stappen. Zo’n vertraging is bijna zo slecht nog niet. Alleen jammer dat ik Anne vanmorgen na onze afscheidsknuffel mijn tandenpasta heb gegeven.