Bocas Del Toro
Zoveel geluk hebben we nog niet eerder gehad tijdens de reis. Twee keer van bus moeten wisselen en beide overstappen precies op de minuut halen. De opluchting is groot aangezien de laatste boot naar Bocas del Toro gedurende de twaalf uur durende rit in onze nekken loopt te hijgen.
Het zijn mijn laatste dagen in Panama, mijn laatste dagen in Centraal Amerika, dus uitrusten zit er vanavond niet in. Ons hostel, Hostal Selina, is een grote, maar sfeervolle villa die vele plekken biedt waar je relaxed achterover kan hangen naast de waterrand. Het biedt dan ook de ultieme kans om de Crazy Guys, die niet veel verderop in een hostel verblijven, uit te nodigen voor een oud, vertrouwd glaasje rum. Drie weken Colombia heeft onze ondertussen soepele heupjes deugd gedaan en dit kunnen we natuurlijk niet voor onszelf houden in Panama; niet veel later zijn we dan ook te vinden in de Iguana, een van de drukkere clubs op Isla Colón, het grootste eiland van de eilandgroep Bocas del Toro.
Als echte Nederlanders bestrijden we ons licht aanwezige hoofdpijntje met een twintig minuten durende fietsrit. In de regen. Alhoewel we ons volgens Google Maps midden in het Caribische gebied bevinden, lijkt het weer het daar niet geheel mee eens te zijn. Grote groepen grauwgrijze wolken hebben zich boven ons verzameld en zorgen tezamen met de regen voor een druilerige dag. Stiekem voel ik me wel een beetje thuis op mijn fiets in de regen, maar onze Italiaanse en Portugese aanhang denkt daar anders over. Doorweekte shirts en dan moeten ze ook nog moeite doen om die makkelijk trappende Nederlanders bij te houden, het leven gaat niet altijd over rozen in de Caraïben.
Het grauwe weer zorgt wel voor een bijzonder plaatje. Niemand heeft zich die dag gewaagd op een fiets en het verstrekkende, gele strand van Playa Bluff is compleet verlaten. De regen tikt onrustig door op de onstuimige golven die agressief kapot slaan op de kust. Al langs de waterlijn lopend zijn we de enige die voetsporen in het zand achterlaten. Het regenwater zorgt ervoor dat onze voetstappen langzaam worden uitgewist om het strand opnieuw tot een glad geheel te strijken voor de volgende bezoeker die zich wilt vergapen aan de ongerepte natuur.
Enkele stranden verderop zijn er verschillende kampioenschappen golfsurfen bezig. Voor een tijdje kijken we naar de waaghalzen die zich niet gek laten maken door de hoogte van de golven, voordat we zelf weer op onze veels te lage fietsen springen om een weg te banen naar het warme water van onze douche.
Je hebt geen vier jaar Frans nodig om te begrijpen dat onze Francesa absoluut niet blij is. Opgewarmd komen we aan bij het kleine, maar gezellige hostel van de Crazy Guys. Het kleine privé-kamertje voor de vier is echter te klein op dit moment. Gisternacht is een local na een klein Italiaans pleziertje ervandoor gegaan met de onbewaakte mobiel van de Fransman (gelukkig is Isla Colón niet zo groot, waardoor de mobiel na twee dagen van onderhandeling en overtuiging met de politie weer terug is bij zijn rechtmatige eigenaar). Zelfs de eigengemaakte Pasta Carbonara had niet genoeg verbroederlijke kracht, waardoor Harrie en ik ons later op die avond alleen met El Boss en El Toro per boot naar Agualounge, wat op een van de andere eilanden ligt, bewegen. Het is een leuke club gebouwd op palen boven het water. Dit biedt de ideale mogelijkheid voor de verschillende nationaliteiten om hun land te vertegenwoordigen, door zich vanaf grote hoogte van een houten springplank in het water te storten.
De zondag is om bij te komen van de eerdere avonden. We rusten in de loungebanken van ons hostel, spelen enkele potjes pool en kijken gezamenlijk met de Crazy Guys (die de strijdbijl ondertussen hebben begraven) de Super Bowl op hun dakterras. En een rustig dagje sluit je maar op een juiste manier af, natuurlijk met Reggaeton in de Iguana!
Op mijn laatste volle dag van mijn reis, of zoals ik het zelf noem, mijn uit de kluiten gewassen vakantie, trekken we naar het eiland Bastimento. Hier bevindt zich het hostel Red Frog, dat onderdeel is van ons hostel Selina. De naam Red Frog is niet zomaar gekozen, bewijst het rode miniatuur gifkikkertje dat wij onderweg in de jungle tegenkomen. Met gepaste afstand bekijken we het felgekleurde beestje; het is prachtig om het in de vrije natuur te zien bewegen en springen.
We vervolgen onze weg in de jungle. Het is gek om te bedenken dat enkele dagen eerder een Amerikaans meisje is verkracht en vermoord op dit eiland, in een jungle niet ver hiervandaan. We proberen er niet te lang bij stil te staan en vermaken ons op een aangrenzend strand. Na enkele uren verjaagd de regen ons van het gele zand en verplaatsen we ons terug naar hostel Red Frog om daar lui in een opblaasbare ring in het zwembadwater te hangen. We poolen wat, spelen tafeltennis en pakken om 6 uur (uiteraard bedoelde de kapitein van de boot 7 uur) de boot terug naar ons eiland.
Ter ere van El Boss’ verjaardag barbecuen we die avond op het dakterras van de Crazy Guys. Het is een raar gevoel dat ik morgen afscheid moet nemen van de groep die naar verloop van tijd steeds hechter is geworden en dat ik mij morgen weer naar het ‘normale’ leven laat brengen.
Vanavond proosten we er nog één (Salud! Cin cin! Saúde!), maar ik moet vroeg naar bed van mezelf. Morgen staat me een rit van 27 uur te wachten. Proost!