Alhoewel ik over een gezonde dosis fantansie beschik, heb ik mij altijd al verwonderd hoe iemand in hemelsnaam vijf witte lichtpunten in de lucht kan verweven tot een een geheel symbool, zoals bijvoorbeeld het sterrenbeeld boogschutter of vissen. Om eerlijk te zijn, is naar mijn mening de enige, echte gelijkenis het steelpannetje dat zich ‘s nachts in de hemel prijkt. Dit gevoel heeft zich alleen maar versterkt door de groene laserstraal die zich een weg baande in het luchtledige boven de Tatacoa woestijn.

Op zondagochtend 8 januari zitten we vroeg in de bus. De 5,5 uur durige rit naar Neiva moet van alle gemakken zijn voorzien om de passagiers comfortabel te kunnen vervoeren. We hebben een televisie, ruime plaatsen en de ijspegels aan mijn neus bevestigen eens te meer dat ook de airconditioning niets te wensen over laat. Fietsend en skatend Bogotá zwaait ons uit tot buiten de stad, aangezien op zondagen de hoofdwegen van de stad zijn afgesloten voor autoverkeer en dit een paradijs vormt voor een dagje uit op de fiets. Na de stad verlaten te hebben, beweegt onze buschauffeur ons zonder problemen voort over de vaak slecht onderhouden, kronkelende wegen. Want rijden kunnen ze hier wel! Wellicht herinner je nog de geweldige formule 1-race van Max Verstappen, waarin hij door een slechte start een prachtige inhaalrace moet inzetten en zich spectaculair redt uit een slippartij door op fenomenale wijze tegelijkertijd zijn stuur om te gooien en gas te geven? Werkelijkwaar, ze lachen hem hier vierkant uit. Wil je een goed staaltje inhaalmanoeuvres en professioneel bochtennemen zien, dan kom je naar Colombia.

Na drie pijnlijk overgesproken actiefilms van het niveau Jean-Claude van Damme, komen we aan in Neiva, onze overstap naar Desierto de la Tatacoa. Al snel vinden we het kleine busje die ons zal brengen tot de hitte, het zand en de cactussen. De eigenaar stelt ons tevreden door te vermelden dat we bijna vertrekken (‘sí, sí, vamos ahora’, Colombiaanse vertaling: ‘mañana, mañana’). Als de bus dan eindelijk bijna vol zit, laten we het stedelijke achter ons en vervoeren we ons via een jungle-achtig gebied richting de woestijn. Na verloop van tijd maken heuvels plaats voor vlak land, bomen voor cactussen en luchtvochtigheid voor een droge hitte.

Halverwege pikken we twee Britten op die heel toevallig tegen onze bus aanlopen bij een tankstation. Ze willen naar de woestijn, maar door een stereotypische kater hebben ze die ochtend geen energie gevonden om alles uit te zoeken, waardoor ze eigenlijk geen idee hebben waar ze zich precies bevinden en welke kant ze op moeten. Hoe ironisch dat ze Tom en Tom heten. Je verzint het niet.

Zodra de bus op bestemming is, probeert een medepassagier uit de achterkant van het busje te kruipen door de schuifdeur naar rechts te schuiven. Een flinke kraak volgt en de desbetreffende persoon heeft tot z’n grote ontzetting de binnenkant van de deur in z’n hand. Deze was blijven hangen achter het ijzeren frame van de auto. Zijn kracht had de buitenkant van de binnenkant gescheiden. Tranen stromen over onze wangen. Overigens zullen dit niet de laatste tranen van de avond zijn.

Op de camping Doña Lilia gooien we onze backpacks in het tentje waar we de nacht in door zullen brengen en samen met Tom en Tom nemen we plaats in het enige restaurant van de omgeving. Tom kan goed Spaans en maakt ons wegwijs over het menu. Dat dan weer wel. Het wordt een maaltijd van kip en rijst, gewikkeld in een groot, tropisch blad.

Later als de zon langzaam is verdwenen achter de vergelegen gebergtes en een uiterst felle maan zijn plaats recht boven ons heeft ingenomen, banen wij ons met z’n vieren een weg naar het observatorium. Tatacoa staat bekend om het sterrenkijken. De oline foto’s tonen een woestijn met een geweldig zicht op de sterren. Het is alsof iemand een schildersdoek heeft opgehangen met honderden, zo niet duizenden, witte puntjes die verschillen in grootte en felheid. De Engelse tour begint echter pas om 9 uur, dus we kunnen nog mooi een biertje drinken aan de rand van een prachtig stuk rood gesteente. Dit geeft de wolken mooi de tijd om open te trekken en een weg vrij te maken voor elk van die duizend sterren die vanavond voor ons wilt verschijnen.

Het is negen uur en we zitten er klaar voor. Diverse rijen klapstoelen zijn gepositioneerd richting een klein diascherm. Eén voor één vullen de stoelen zich naast ons en Spaanse klanken vormen een geroezemoes om ons heen. De eerste twijfel slaat toe. En jawel hoor, ‘Bienvenido al Desierto de la Tatacoa!’ schreeuwt de man die zojuist ons geld heeft geïnd voor deze Engelse tour. In koor groet de rest van de groep in vloeiend Spaans de spreker. We zijn duidelijk de enige Engelstaligen hier. We kijken elkaar aan, de tranen vloeien nog niet, maar we kunnen alleen maar lachen.

De presentatie vervolgt in het Spaans. Ook al zal het meeste van de informatie me zijn ontgaan, toch vind ik het leuk om te merken dat ik over het algemeen goed weet waar hij het over heeft. Wellicht ook door enige voorkennis, waardoor het makkelijker wordt om dingen aan te vullen. Halverwege de presentatie herinnert de man opeens weer dat wij geen Colombiaans, of überhaupt Spaanstalig zijn, en dat wij betaalt hadden voor de Engelstalige tour. Een korte onderbreking en drie zinnen in het Engels verder, en we zitten weer te luisteren naar een Spaanstalige man die druk in de weer is om met z’n groene laser de richtingen van de grootste steden in de buurt aan te wijzen, herkenbaar aan de vage lichtschijnsels die zich op verschillende plekken aan de horizon vormen.

Er wordt ons beloofd dat we aan het eind van de presentatie een korte Engelse samenvatting van z’n verhaal te krijgen, maar ik kan je alvast vertellen dat we dit nooit hebben gehaald. Een groot onderdeel van z’n presentatie bestaat uit informatie over de vele sterrenbeelden die zich in de hemel zouden moeten bevinden. Lees goed: zouden moeten bevinden. De prachtige, felle maan die ons eerder vol verwondering naar boven heeft doen kijken, zorgt voor een dusdanige reflectie dat het het schildersdoek met duizenden sterren heeft gedegradeerd tot een schilderij met hooguit twintig, moeilijk te onderscheiden sterren. Dit weerhield de man er echter niet van om z’n goed voorbereide presentatie van voor tot eind uit te dragen, druk wijzend naar de vele sterrenbeelden die vermoedelijk achter het schijnsel van de maan schuil gaan. We moeten hem op z’n (Spaanse) woord geloven. Op dat moment heeft het iets komisch. Ik zie in m’n ooghoeken enkele tranen vormen bij mijn reisgenoten en na anderhalf uur geven we het op en houden het voor gezien.

Tom en Tom duiken in hun hangmatten en wij kruipen in onze tent. Het is geweldig om in een tentje in een verlaten woestijn te liggen. En alhoewel de sterren zich voor de rest van de nacht niet meer zullen laten zien, geeft de felle maan een prachtig uitzicht over de omliggende gebergtes vanuit onze tent. Vanaf dit moment begint het te voelen alsof we ons in een avontuur bevinden.

Na een koude nacht maken we die ochtend een wandeling tussen de gebergtes en cactussen van Tatacoa. Ik wil hier niet teveel woorden aan vuil maken, het is gewoon prachtig hier. Het enige wat mist is de soundtrack van The Good, The Bad and The Ugly.

In de middag springen we op de achterkant van een Jeep en rijden met een enorme snelheid terug naar Neiva om vanuit daar naar onze volgende bestemming te gaan.